Wet en bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR)
Een hoop hassle waar al heel veel over is geschreven, maar wat is nu de kern van de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR)? Allereerst geldt de WBTR alleen voor formele verenigingen. Als de statuten niet in een notariële akte zijn opgenomen (de informele vereniging) dan verandert er nu niets. Daarmee kunnen alle buurtverenigingen en het merendeel van de recreatieve clubjes opgelucht ademhalen.
Met de komst van de WBTR wordt het rechtspersonenrecht geharmoniseerd. Wat al langere tijd gold voor de NV en de BV wordt nu ook van toepassing op de vereniging, stichting, coöperatie en de onderlinge waarborgmaatschappij. Denk dan met name aan de behoorlijke taakvervulling en de daarmee samenhangende bestuurders/commissaris aansprakelijkheid.
Een overzicht van de belangrijkste wijzigingen.
Tegenstrijdig belang
Er is een tegenstrijdig belang regeling ingevoerd die ziet op de besluitvorming. Indien een bestuurder een persoonlijk tegenstrijdig belang heeft met de rechtspersoon dan moet hij zich van beraadslaging en besluitvorming onthouden. Het besluit kan dan wel worden genomen door de overige bestuurders. Zijn die er niet of hebben zij ook allemaal een tegenstrijdig belang, dan wordt het besluit genomen door de Raad van Commissarissen. Is er geen Raad of zijn ook zij geconflicteerd dan blijft het bestuur bevoegd en moet hij het besluit en de overwegingen die daaraan ten grondslag liggen schriftelijk vastleggen. Een tegenstrijdig belang van een bestuurslid doet verder niets af aan de vertegenwoordigingsbevoegdheid. De bestuurder kan het besluit dus gewoon uitvoeren.
In sommige oude statuten staat nog wel eens opgenomen dat de Raad van Toezicht bevoegd is om de rechtspersoon te vertegenwoordigen indien het bestuur een tegenstrijdig belang heeft. Deze bepaling is niet geldig! Let daar op want deze tegenstrijdig belang regeling is per 1 juli 2021 van kracht, ongeacht of de nieuwe wet al in de statuten is verwerkt.
Belet en ontstentenis
In de statuten moet een belet- en ontstentenisregeling worden opgenomen. Dat houdt in dat er situaties worden omschreven in welke gevallen het bestuur met belet is (kortdurend en tijdelijk) of dat er sprake is van ontstentenis (definitief) en wie er in dat geval bevoegd is om de bestuurstaken over te nemen.
Meervoudig stemrecht
Er gelden aangepaste regels voor het meervoudig stemrecht. Een bestuurslid kan nooit meer stemmen uitbrengen dan de overige leden tezamen. Deze wijziging bevordert een eerlijke besluitvorming en verhindert bestuurders met doorslaggevende zeggenschap (verkapte veto’s).
Monistisch bestuursmodel
Het bestuur kan een one-tier board model hebben. Er is dan geen traditionele scheiding tussen het bestuur en een RvC (two-tier), maar dan bestaat het bestuur uit uitvoerend bestuurders (UBS) en niet-uitvoerend bestuurders (NUBS). De collectieve aansprakelijkheid is dan direct een aandachtspunt, om die reden zijn er ook onderlinge taakverdelingen mogelijk.
Raad van Commissarissen
Tot slot volgt er een wettelijke basis voor het instellen van een Raad van Commissarissen / Raad van toezicht. Veel stichtingen (in het semi-publieke domein) hadden dat al in hun statuten staan, nu is het wettelijk verankerd. Ook de bestuurdersaansprakelijkheidsregels zijn op de Raad van toepassing.
Overgangsrecht
Voor de hiervoor genoemde wijziging geldt een overgangsperiode van vijf jaar. Binnen die tijd moeten de statuten in ieder geval zijn aangepast. Volgt er een tussentijdse aanpassing dan zal de notaris bij die eerst volgende statutenwijziging de statuten in lijn brengen met de WBTR. Inmiddels is bekend geworden dat de regels voor het monistisch model en de belet- en ontstentenisregeling uitgesteld in werking zullen treden.
Tot zover geen aanleiding tot paniek, wel redenen om alert te zijn.