Uitsluiting van aansprakelijkheid
In veel rechtszaken wordt door de opdrachtnemer of leverancier een beroep gedaan op een exoneratiebeding: een contractueel beding dat de wettelijke aansprakelijkheid van één van beide partijen beperkt of helemaal uitsluit.
Rechters kijken scherp naar de formulering van zulke bedingen. Als het beding goed is geformuleerd hoeft de opdrachtnemer/leverancier niet de hele schade te vergoeden. Wij zien echter regelmatig dat exoneratiebedingen niet goed zijn geformuleerd zodat de partij die daar een beroep op wil doen, toch de schade moet vergoeden.
Eind vorig jaar is nog een uitspraak gepubliceerd in een zaak waarin de leverancier schade aan zijn klant had veroorzaakt. In zijn algemene voorwaarden was opgenomen dat hij niet aansprakelijk was voor indirecte schade (zoals gevolgschade, gederfde winst, gemiste besparingen, verlies van gegevens, stagnatieschade enz.) en dat voor andere schade zijn aansprakelijkheid beperkt was tot het totaal bedrag van de facturen voor de dienstverlening in het afgelopen jaar (dat was € 180.000). U raadt het al: er gaat wat mis, de klant lijdt forse schade en sleept de leverancier voor de rechter, die zich verweerde door te wijzen op het exoneratiebeding in zijn algemene voorwaarden.
Bij de beoordeling of het beroep op dit exoneratiebeding gerechtvaardigd is, zal de rechter eerst kijken hoe de schade is veroorzaakt. Als dat door opzet of roekeloosheid van de leverancier is veroorzaakt, kan die natuurlijk geen beroep op een exoneratiebeding doen. Vervolgens woog de rechter twee omstandigheden af.
De eerste omstandigheid is de deskundigheid van partijen. In die zaak was sprake van een deskundige leverancier op het gebied van software en een zakelijke klant die op dat gebied niet deskundig was. Het exoneratiebeding waarop de leverancier zich beriep was eenzijdig door hem zelf opgesteld en over de inhoud daarvan was niet onderhandeld. De rechter overwoog dat het beding zó ruim is opgesteld dat er bij de professionele leverancier onvoldoende prikkel overbleef om schade te voorkómen. Dat leidt volgens de rechter tot een onaanvaardbaar resultaat, zodat de leverancier geen beroep op de aansprakelijkheidsuitsluiting mocht doen.
De tweede omstandigheid was de verhouding tussen de geringe beloning van de leverancier enerzijds en de grote aansprakelijkheidsrisico’s anderzijds. Leveranciers sluiten vrijwel standaard hun aansprakelijkheid voor gevolgschade uit. Dat is in beginsel gerechtvaardigd. Immers, als een leverancier zulke risico’s niet mag uitsluiten dan kan hij dat aansprakelijkheidsrisico niet of alleen tegen zeer hoge premies verzekeren. En dat leidt tot prijsverhoging voor de klant.
Na deze omstandigheden te hebben afgewogen was de rechtbank van mening dat het beroep op uitsluiting van de hele aansprakelijkheid in redelijkheid onaanvaardbaar was. Het beroep op beperking tot de hoogte van de facturen over het afgelopen jaar was wel redelijk, zodat de leverancier voor maximaal € 180.000 aansprakelijk was.
Op een beding in algemene voorwaarden waarin alle aansprakelijkheid volledig wordt uitgesloten kun je niet snel een beroep doen. Zeker als daar niet uitdrukkelijk over onderhandeld is. Je kunt dus beter ‘meertraps-raket’ in de voorwaarden opnemen: de gevolgschade zo veel mogelijk uitsluiten, de hoogte van het totale schadebedrag beperken tot een bepaald bedrag, dan wel tot het bedrag dat door de aansprakelijkheidsverzekeraar wordt vergoed. En je doet er goed aan om de opdrachtgever tijdens de onderhandeling uitdrukkelijk op de aansprakelijkheidsbeperking te wijzen.
En als u zo’n beding in algemene voorwaarden opneemt, moet u die voorwaarden wel op de overeenkomst van toepassing verklaren en de tekst van die voorwaarden tijdig aan uw klant ter beschikking stellen.