Failliete klant; wat niet doen?
Het zal de meeste ondernemers niet zijn ontgaan dat Nederland in een economische crisis zit. Dat is niet goed voor het bedrijfsleven. De prijzen komen onder druk te staan en leveranciers worden ook steeds vaker geconfronteerd met faillerende klanten. Dat houdt niet alleen in dat de leverancier zijn vordering zal moeten afschrijven, maar als het bedrag te hoog is of als er meerdere facturen onbetaald blijven, loopt hij het risico om zelf ook in financiële problemen te komen.
De verleiding is groot om dan bij de wanbetalende klant langs te gaan om een deel van diens bezittingen mee te nemen en de waarde daarvan te verrekenen met de schuld. Het gebeurt wel vaker dat een schuldeiser in het licht van het faillissement ‘in natura’ wordt betaald. Bijvoorbeeld door machines of kantoorinventaris mee te krijgen.
Als het bedrijf van de klant daarna failliet gaat, zal de curator deze transactie als Paulianeus (een onverplichte handeling waardoor andere schuldeisers worden benadeeld) mogen aanmerken. De curator kan deze deal dan vernietigen en betaling of teruggave van de goederen vorderen.
Stel dat u nog € 25.000 van een klant krijgt. De klant kan dat niet betalen en geeft een oude heftruck aan u mee, tegen verrekening van uw factuur. Omdat u niet de enige schuldeiser was, gaat uw klant een paar maanden later failliet. De curator ziet in de boekhouding dat uw factuur is betaald doordat u de heftruck heeft gekocht. De curator kan die ‘overeenkomst’ dan vernietigen en zal de waarde van de heftruck vaststellen op de waarde van de verrekende factuur. De curator mag dat volgens de Faillissementswet gewoon doen, en kan dan € 25.000 bij u invorderen voor de heftruck. Daarmee heeft u dan voor veel te veel geld een oude heftruck gekocht en krijgt u uw factuur ook nog eens niet betaald.