Een goed verhaal
Het is niet zo dat de verhuurder altijd met lege handen staat als zijn huurder failliet gaat. Niet alleen een curator, maar ook de individuele verhuurder kan proberen zijn schade op de bestuurder te verhalen.
Als een rechtspersoon zoals een stichting of een BV wanprestatie pleegt (bijvoorbeeld door geen huur meer te betalen) is normaal gesproken alleen de rechtspersoon aansprakelijk voor de schade. Als die geen verhaal biedt, heeft de verhuurder het nakijken. Maar soms kan de schade op de bestuurder verhaald worden. Dat kan als die bestuurder onrechtmatig heeft gehandeld, en hem daarvan voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt.
In de rechtspraak worden grofweg twee categorieën van onrechtmatig handelen gehanteerd.
De eerste categorie is het lichtvaardig contracteren. Een bestuurder die bij het sluiten van een huurovereenkomst namens de rechtspersoon redelijkerwijs weet of hoort te weten dat de rechtspersoon de huurovereenkomst niet zal nakomen en geen verhaal voor de schade biedt, handelt onrechtmatig tegen de verhuurder.
Een voorbeeld van het lichtvaardig aangaan van een huurovereenkomst was een zaak waarin gedaagde bestuurder was van een stichting die een buurtrestaurant zou beginnen. De stichting was afhankelijk van subsidieverlening door de gemeente. Al vóór de oprichting van de stichting ging de bestuurder een huurovereenkomst aan. Het was toen nog niet zeker dat de stichting de benodigde subsidie zou ontvangen. Toen er geen subsidie kwam ging de stichting failliet. De bestuurder was voor de schade aansprakelijk omdat hij namens de stichting een huurovereenkomst was aangegaan, terwijl hij redelijkerwijs wist dat de stichting de huurverplichtingen niet zou kunnen nakomen en geen verhaal voor de schade zou bieden.
Bij de tweede categorie, de verhaalsfrustratie, is relevant of de bestuurder weet dat de door hem bewerkstelligde of toegelaten handelwijze van de vennootschap tot gevolg heeft dat deze de verplichtingen niet kan nakomen en ook geen verhaal zal bieden voor de schade. Vaak zie je dat vlak
voor het faillissement selectief wordt betaald aan een groepsvennootschap of aan een enkele crediteur, terwijl de overige schuldeisers, zoals de verhuurder, niet betaald worden. Ook het niet meer kunnen betalen omdat de BV is leeggehaald of het niet meer willen betalen wegens een verstoorde persoonlijke verhouding is onrechtmatig.
Daarnaast zien we steeds meer uitspraken dat de bestuurder van een huurder een ongeschreven plicht heeft om de verhuurder te waarschuwen als de huur niet meer kan worden betaald en de vennootschap op een faillissement afstevent.
Dit zijn geen makkelijke procedures, maar als u als verhuurders niets doet dan kunt u uw schade in ieder geval niet verhalen.
En voor de bestuurders van huurders geldt het omgekeerde. Dat uw naam niet op de factuur staat wil niet altijd zeggen dat u niet hoeft te betalen.